Rachmaninov Festival Day #03: The Monumental Years · 11.11.2023 · Flagey
Derde Pianoconcert - Twee monumentale meesterwerken van tijdgenoten Rachmaninov en Ravel - tegenpolen in stijl en aanpak, maar bondgenoten in het vertalen van intense emoties.
Maurice Ravel Daphnis et Chloé, Suite No. 2 (1913)
Sergei Rachmaninov Pianoconcert nr. 3 in d, op. 30 (1909)
[lees ook: Rachmaninov Festival]
[ontdek ook: Rachmaninov Deconstructed]
[ontdek ook: festivalschema]
[bekijk alle toelichtingen]
11.11.2023 FLAGEY
Een van de bekendste foto’s van Rachmaninov is die waarbij hij tijdens de zomer van 1910, zittend op een bank aan een kleine ronde tafel, de laatste aantekeningen aanbrengt aan zijn Derde Pianoconcerto. De foto is getrokken op het landgoed Ivanovka, Rachmaninovs zomerverblijf in de zuidelijke Russische steppe. Vanaf zijn tienerjaren bracht Rachmaninov samen met zijn neven en nichten elke zomer door op dit landgoed van zijn oom en tante, Aleksander Satin en Varvara Satina. Met een van die nichten, Natalja Satina, trouwde hij in 1902. Het bijgebouw op het domein werd hun huwelijksgeschenk. Iedere zomer trok Rachmaninov zich er terug, om zich te laten inspireren door de omgeving en in alle rust te kunnen componeren, ver weg van drukte van Moskou en Sint-Petersburg. Een van de composities die daar het licht zag, was zijn Derde Pianoconcerto.
Maurice Ravel (1875-1937) en Rachmaninov hebben elkaar nooit ontmoet. En hoewel ze tijdgenoten waren, konden hun stijlen niet verder uit elkaar liggen: Rachmaninov hield vast aan de weelderige romantiek, terwijl Ravel meer geïnteresseerd was in experiment en vernieuwing. Inspiratie voor nieuwe klankkleuren vond Ravel onder andere in de muziek van Moessorgski en Rimski-Korsakov. En dankzij de Russische impressario Sergej Diaghilev raakte de muziek van componisten als Rimski-Korsakov, Scriabin en Rachmaninov verspreid in Frankrijk. Vooral de producties met zijn Ballets Russes oogstten veel succes bij het publiek.
Ravel componeerde zijn ballet Daphnis et Chloé in 1912, net voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Hij deed dat op vraag van Sergej Dhiagilev, voor het eerste seizoen van diens Ballets Russes in Parijs. Het scenario was van de hand van choreograaf Mikhail Fokine, die zich baseerde op de pastorale novel van de Griekse dichter Longus. Het verhaal speelt zich af in het 2e-eeuwse Arkadië en schetst het idyllische liefdesverhaal tussen de herder Daphnis en het mooie herderinnetje Chloé. Wanneer ze ontvoerd wordt door piraten gaat Daphnis haar achterna. Hij valt bewusteloos, en tijdens zijn slaap wordt Chloé bevrijd door Pan. Bij het krieken van de dag worden de geliefden weer verenigd.
Het ballet is één van de omvangrijkste werken van Ravel – naast een gigantisch orkest is ook een koor nodig dat zowel op het podium als backstage optreedt – en hij werkte er bijna drie jaar aan. De première werd steeds uitgesteld, onder andere door een verschil in visie tussen Ravel en Fokine. Ravel had een groots muzikaal fresco voor ogen, naar analogie met de Griekse landschappen van de Franse schilders aan het einde van de 18e eeuw, en dat strookte niet met de archaïsche opvattingen van de Russische choreograaf. Bovendien waren de dansers niet tevreden met de geringe repetitietijd en de moeilijke ritmes in de finale.
Nog voor de première op 8 juni 1912 had Ravel de eerste twee scènes van het ballet tot een eerste orkestsuite herwerkt. De tweede suite dateert van na de première en opent met het bekende ‘Lever du jour’, wanneer de twee geliefden elkaar bij zonsopgang terugvinden. Ravel componeerde hier één van de meest poëtische muzikale weergaves van een natuurtafereel: houtknisperingen gaan over in vogelgeluiden, die op hun beurt uitmonden in een hartstochtelijke melodie. Uit dankbaarheid voeren de geliefden in het daaropvolgende deel taferelen uit de geschiedenis van de goden Pan en Syrinx op. Het geheel eindigt in een lofdans voor de goden, in het 5/4-ritme waar het de dansers zo om te doen was. Met Daphnis et Chloé had Ravel geen traditioneel ballet voor ogen – zelf omschreef hij zijn werk als een ‘symphonie choréographique’ en vond hij dat kleur en sfeer primeerden – en daarmee stootte hij op enige tegenstand. Eén van de toeschouwers tijdens de première was Lalo, en hij vond dat het ballet een essentieel element – ritme – miste. Stravinski was dan weer wel fan: “Het is niet alleen Ravels beste werk, maar ook één van de mooiste kunstwerken uit de Franse muziek”.
Rachmaninov componeerde zijn Derde Pianoconcerto als visitekaartje voor zijn allereerste concertreis naar de Verenigde Staten: “Mijn derde concert werd speciaal voor Amerika geschreven en ik zou het voor het eerst in New York spelen met Walter Damrosch. Omdat ik gedurende de voorafgaande zomer niet veel tijd had om te studeren en omdat ik niet genoeg vertrouwd was met sommige passages, nam ik een stil klavier mee op de boot en studeerde ik tijdens de overtocht.” Het concerto was bedoeld om zijn kwaliteiten als componist én pianist in de verf te zetten. En dus voorzag Rachmaninov een extra complexe en virtuoze pianopartij.
De première van het monumentale concerto ging door op 28 november 1910 in het New Theater in New York met het New York Symphony Orchestra onder leiding van Walter Damrosch, en werd nog eens hernomen op 30 november. De reacties waren eerder lauw. Op 16 januari volgde een nieuwe uitvoering, deze keer met Mahler als dirigent, en met meer succes. Maar de buitengewone moeilijkheidsgraad en de duur van het werk maakten dat het even duurde voor dit pianoconcerto even geliefd was als zijn tweede. Een van de recensies luidde als volgt: “Oprechtheid, eenvoud, en helderheid in muzikale denken […] Het bezit een frisheid aan inspiratie die niet streeft naar de ontdekking van nieuwe wegen.” De commentaar dat de zingende openingsmelodie sterk aanleunt bij de traditionele russische-orthodoxe gezangen wees Rachmaninov stellig af: “Het thema is niet ontleend aan een volkslied noch aan kerkmuziek. Het schreef zichzelf. Als ik al een plan had bij de compositie van dit thema, dacht ik enkel aan de klank.”
De lyrische melodievoering is in ieder geval typerend voor Rachmaninov. Een definitieve doorbraak van zijn derde concerto kwam er mede dankzij de film Shine uit 1996, over de obsessieve fascinatie van pianist David Helfgott voor ‘Rach 3’. Intussen maakt dit werk deel uit van het standaardrepertoire van menig pianist; tijdens de hele geschiedenis van de befaamde Koningin Elisabethwedstrijd werd het al vijfentwintig keer uitgevoerd.
Derde Pianoconcert - Twee monumentale meesterwerken van tijdgenoten Rachmaninov en Ravel - tegenpolen in stijl en aanpak, maar bondgenoten in het vertalen van intense emoties.
Ontdek de reeks muzikale lezingen waarin ervaren pianisten Liebrecht Vanbeckevoort, Waldo Geuns en Florestan Bataillie de geheimen van Rachmaninovs vier pianoconcerti ontrafelen. Of je al een kenner bent of gewoon een gezonde dosis nieuwsgierigheid hebt: iedereen welkom en geen voorkennis vereist!
Biopic over David Helfgott die als jongetje door zijn vader gedrild werd om pianist te worden, maar die als volwassen man compleet instort en zo op een tocht langs allerhande instellingen gestuurd wordt. Rachmaninovs veeleisende Piano Concerto nr. 3 drijft de immens getalenteerde pianist tot waanzin.