geschreven door AURÉLIE WALSCHAERT
Wim Henderickx Timpani Concerto (2022-2024)
Ludwig van Beethoven Symfonie nr. 3 in Es, op. 55 'Eroica' (1804)
[ontdek ook: Mission Timpani]
[ontdek ook: podcast Oor-Sprong]
[ontdek ook: helden in cinema]
[ontdek ook: Close Encounters]
[lees ook: Gert François over het Timpani Concerto]
[lees ook: Bea Steylaerts en Diederik Glorieux over het Timpani Concerto]
[bekijk alle toelichtingen]
15.03.2025 FLAGEY BRUSSEL
In december 2022 bleef de Belgische muziekwereld verslagen achter na het plotse overlijden van Wim Henderickx. Hij verdiende zijn sporen als componist van talrijke orkest- en kamermuziekwerken, en ook zijn composities voor muziektheater werden internationaal lovend onthaald. Henderickx was bovendien niet alleen als componist een boegbeeld, maar ook als pedagoog en percussionist een voorbeeld voor tal van studenten en medemuzikanten.
Toen Henderickx overleed, lagen er een aantal bijna afgewerkte composities op zijn werktafel. Muziek die niet zomaar mocht verdwijnen. Diederik Glorieux, bijna twee decennia lang zijn muzikale rechterhand, kreeg de bijzondere opdracht om de werken speelklaar te maken. Tussen die vele schetsen lag onder meer een concept voor een paukenconcerto, bedoeld voor percussionist en goede vriend Gert François en het Brussels Philharmonic. Vanuit die contouren en in nauw overleg met François en Bea Steylaerts, de weduwe van Henderickx, voltooide Glorieux de compositie tot het werk dat vandaag op de pupiter ligt, volledig in de geest van Wim.
Geen beter werk om de première van het Timpani Concerto te flankeren dan Beethovens krachtige Derde Symfonie, een werk dat Henderickx bewonderde en waaruit hij blijvend inspiratie putte.
Gert François, docent percussie aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en aanvoerder pauken bij Brussels Philharmonic, heeft heel wat composities van Henderickx vertolkt en opgenomen. Beide muzikanten ontmoetten elkaar begin jaren ‘80 tijdens hun studies, bij een masterclass van de Franse drummer Dante Agostini in Antwerpen. Het was het begin van een warme vriendschap en wederzijdse interesse voor elkaars werk.
Gaandeweg maakten François en Henderickx plannen om samen te spelen. Zo creëerde François Raga I voor percussie en twee piano’s in 1995, en enkele jaren later ook de versie met orkest. Daarnaast speelde hij mee als een van de twee solisten in Confrontations, en verzorgde hij in 2011 de première van Groove! met het Brussels Philharmonic onder leiding van Giancarlo Guerrero. Niet lang na die première kwamen Henderickx en François tot het idee om een werk te schrijven voor pauken: ‘Tijdens Reggae Geel, onze jaarlijkse guilty pleasure, op een matje ergens tussen de bomen van het dubstep-bos, filosofeerden we over hoe we verder vorm zouden geven aan dat idee. We wilden een alternatief bieden voor de huidige solo-literatuur voor pauken, die – met uitzondering van Le Sacre du Printemps van Stravinsky – weinig ruimte laat voor de lyriek en subtiliteit van het instrument. De meeste composities zijn showstukken die vooral inspelen op het tribale aspect en het volume. Ons uitgangspunt was vrij snel duidelijk: de muziek zou zowel de rituele energie als de innerlijke poëzie van de pauken naar boven halen.’
Waar François voor Raga I een volledig afgewerkte partituur ontving, kreeg hij in latere werken al wat meer keuzevrijheid: ‘Voor Groove! gaf Wim mij een partituur met verschillende mogelijkheden, vaak met betrekking tot speeltechnische kwesties – hij schuwde de uitdaging niet. Ik kon dan aangeven wat wel of niet haalbaar was als speler. Soms kwamen we dan in conflict met elkaar, omdat hij een bepaald muzikaal idee in zijn hoofd had dat voor mij praktisch onspeelbaar was. Hij moedigde mij dan aan om harder te studeren (lacht). Maar omdat we zo’n goede vriendschapsband hadden, konden we onze meningen in alle vertrouwen met elkaar delen.’
Ook aan het begin van het creatieproces van het Timpani Concerto toetste Henderickx heel wat af bij François, zelfs al kende hij het instrument door en door. Na Henderickx’ overlijden nam Diederik Glorieux, die 17 jaar lang intensief met hem samenwerkte als assistent, de fakkel over: ‘Ik viel terug op afspraken die Wim en ik mondeling met elkaar hadden gemaakt. Die deelde ik dan met Diederik, en samen met de input van Bea, die jarenlang Wims partner en zakelijke rechterhand was en als geen ander vertrouwd is met de typische muzikale structuren uit zijn eerdere werken, kwamen we tot een overkoepelend kader. Vervolgens legde hij mij passages voor, ik gaf er feedback op, enzovoort. Hij voorzag ook hele blokken waarin ik kan improviseren en mijn eigen interpretatie aan het werk kan toevoegen.’
Henderickx vond de inspiratie voor zijn composities onder andere in religie en natuur. Zo volgt het Timpani Concerto de opbouw van een mis en zijn de vijf delen vernoemd naar de natuurelementen water, aarde, vuur, lucht en ether. Ook zijn voorliefde voor niet-westerse culturen en muziek is sterk aanwezig: ‘Wim werd voor zijn laatste werken heel erg geïnspireerd door de mystiek uit het Midden-Oosten; je hoort dat onder andere in Revelations en zijn opera De Bekeerlinge. In het Timpani Concerto heeft hij bijvoorbeeld een nieuwe schriftuur ontwikkeld voor de notatie van de klassieke kwintolen en septolen, waardoor die een meditatiever karakter krijgen. En in de tussenstukken met het koor introduceerde hij de daf en de tombak, twee midden-oosterse instrumenten die hij zelf ook bespeelde. De daf is een soort framedrum die bestaat uit een rond houten kader waarover een dun vel gespannen is. Het wordt onder andere gebruikt in de soefimuziek in Turkije, waar er dan urenlang op gespeeld wordt. De tombak heeft dan weer de vorm van een zandloper – het lijkt wat op een djembe – maar je houdt het onder je arm vast. Beide instrumenten vergen een heel andere speeltechniek en taal die ik mezelf eigen moest maken. Ze voegen niet alleen een nieuwe klankkleur toe, maar inspireren mij ook om die nieuwe speelwijze over te brengen naar de pauken. En zo leg ik de link tussen die traditionele instrumenten en de moderne pauken in het orkest.
tekst op basis van een gesprek met Gert François, opgetekend door Aurélie Walschaert