In 1917 ontvluchtte Rachmaninov zijn geboorteland na de alles ontwrichtende Oktoberrevolutie. Via Scandinavië belandde hij in de Verenigde Staten, waar hij als concertpianist al snel een aanzienlijk netwerk uitbouwde en zo in het onderhoud van zijn gezin voorzag. Hij combineerde nagenoeg zijn hele leven een carrière als componist met die van pianist, waarmee hij de traditie van componist-virtuoos verderzette. Op posters is te zien hoe de componist zelf plaatsneemt achter het klavier in samenwerking met verschillende Europese en Amerikaanse orkesten.
Met het verlaten van zijn geboorteland zou het componeren voor Rachmaninov nooit meer hetzelfde aanvoelen. Na zijn vertrek uit Rusland componeerde Rachmaninov slechts een handvol grote werken. Zijn bestaan als concertpianist nam het grootste deel van zijn tijd in beslag en bracht ook de nodige stress met zich mee. Maar bovenal miste hij de cultuur van zijn geboorteland, en de idyllische sfeer en totale rust van zijn geliefde landgoed Ivanovka, waar hij zich voordien telkens terugtrok om te componeren.
Villa Senar is het landgoed van de familie Rachmaninov in Zwitersland. De naam is een samenstelling van de namen Sergei en zijn vrouw Natalia: SeNar. Deze villa lag de componist nauw aan het hart: het was een soort alternatief voor zijn herinneringen aan Ivanovka. Hij was dan ook betrokken tot in de details bij het ontwerpen van de villa. De componist ontving er nauwe vrienden, zoals Vladimir Horowitz (1903-1989) en zijn vrouw Wanda Toscanini (1907-1998), en vond er veel muzikale inspiratie. Onder meer zijn Rapsodie op een thema van Paganini zag hier het licht. Afgezien van zijn Vierde Pianoconcerto en Variaties op een thema van Corelli is deze rapsodie het eerste grote werk dat de componist afwerkte na zijn vertrek uit Rusland.
De première van de rapsodie in 1934 werd opnieuw gebracht door het Philadelphia Orchestra onder leiding van Leopold Stokowski en met Rachmaninov zelf aan de piano. Het was een onmiddellijk succes. Enkele jaren na de première moest Rachmaninov opnieuw verhuizen, deze keer door het woelige politieke klimaat in Europa. Hij vestigde zich definitief in de Verenigde Staten, in het luxueuze en uitgestrekte Honeyman Estate in New York. Hier schreef hij, drie jaar voor zijn dood, zijn allerlaatste compositie: de Symfonische Dansen.
Rachmaninov speelde al rond 1913 met het idee om een nieuw pianoconcerto aan zijn repertoire toe te voegen, maar het duurde tot 1924 voor hij er echt werk van maakte. In 1926 zag hij eindelijk de kans om een sabbatjaar in te lassen en de compositie af te werken. Op 18 maart 1927 ging zijn Vierde Pianoconcerto in première, wederom uitgevoerd door het Philadephia Orchestra en Leopold Stokowski. De kritiek was bikkelhard: liefhebbers van zijn vorige concerti misten de breedsprakige melodieën en samenhang, terwijl verdedigers van het modernisme zijn compositie als oubollig bestempelden. De toon van de recensies was nogal minachtend, zoals deze in de New York Times: “Los van de vakkundigheid kan je niet zeggen dat het concerto veel vernieuwends of opmerkelijks te bieden heeft.” Rachmaninov nam opnieuw plaats achter de componeertafel en zorgde voor een grondige revisie. Hij schaafde vooral aan de lengte van het laatste deel en aan de schriftuur voor de piano. Maar de reacties bleven lauw en Rachmaninov ontevreden. Twee jaar voor zijn overlijden herzag hij het werk voor een laatste keer, maar een echte appreciatie voor het werk bleef uit.
Duik mee in Rachmaninovs jonge jaren in Rusland: van zijn staalharde pianodocent Zverev tot de invloed van Rimsky-Korsakov, en de creatie van zijn Eerste Pianoconcerto.
in beeld: The Early Years