Dat schreef de Russische componist Igor Stravinsky in mei 1952 in een Gulden Boek van het Groot Symfonie Orkest van het N.I.R. (GSO). Hij had het orkest (de illustere voorganger van Brussels Philharmonic) gedirigeerd in een huldeconcert ter ere van zijn zeventigste verjaardag.
Al snel na de oprichting door de openbare omroep in 1935 kon het GSO rekenen op een grote waardering van de componisten van toen. Stravinsky, Bartók, Milhaud, Honegger, Hindemith en Berg onderhielden nauwe contacten met het orkest via directeur Paul Collaer en chef-dirigent Franz André. Zij volgden de componisten op de voet en zorgden ervoor dat Brussel het eerste internationaal platform voor de creatie van moderne muziek werd.
Vooral met Igor Stravinsky had het orkest een speciale band. Op 19 april 1939 speelde het orkest de wereldcreatie van Zvezdoliki of Le roi des étoiles. Stravinsky componeerde deze cantate voor mannenkoor en orkest op een tekst van Constantin Balmont, toen hij rond 1911-1912 in Rusland verbleef. Ravel beloofde het werk te laten uitvoeren in Parijs, maar het bleek te moeilijk te zijn...